Wat we als kwalitatief onderwijs zien, wordt voor een deel bepaald door wet- en regelgeving en door het Strategisch Beleidsplan van het Openbaar Onderwijs Groningen. Vervolgens bepalen we als jenaplanschool zelf en op welke manier wij deze kwaliteitsregels willen behalen. Zo vertellen wij ons verhaal op onze eigen manier.
In onder andere het schoolplan, de jaarplannen en schoolgidsen beschrijven we welke kwaliteit we voor ogen hebben, hoe dit er in de praktijk uitziet en hoe wij er als school aan werken om deze praktijk constant te verbeteren.
Op de Petteflet volgen we de brede ontwikkeling van de kinderen precies. Een goede relatie met de kinderen vinden we daarin heel belangrijk. Dagelijks spreken we met elkaar en letten we goed op. Als er iets aan de hand is merken we dit vaak snel op. Daarbij is het net zo belangrijk om op te letten hoe de kinderen groeien in het omgaan met zichzelf en met anderen als hoe ze groeien in wat ze weten en kunnen.
De stamgroepleider speelt een belangrijke rol in het geven van goed onderwijs. Hoe de kinderen dagelijks werken geeft veel informatie over hoe zij zich ontwikkelen. Naast het dagelijks werk haalt de stamgroepleider ook informatie door goed op te letten en uit de toetsen.
De stamgroepleider verzamelt en interpreteert de gegevens van de kinderen en verwerkt deze als lesdoel. Aan het eind van de les wordt opgeschreven wie het doel wel of niet heeft behaald. Hieruit kan de stamgroepleider beslissen of er ingegrepen moet worden.
Twee keer per jaar maken we naar aanleiding van de toetsen van het leerlingvolgsysteem een focusdocument. Hierin bechrijven we de opbrengsten per jaargroep en het leerstofgebied. Deze gegevens vergelijken we met het jaar ervoor, zo doen we per kind goed onderzoek. Op deze manier kunnen we zien of het kind voldoende vooruit is gegaan.
Mocht dit niet zo zijn, dan doen we uitgebreider onderzoek. De stamgroepleider bepaalt op deze manier wat de onderwijsbehoeften van de kinderen zijn. De actiepunten en interventies worden in het focusdocument vermeld. Deze actiepunten worden verwerkt in het lesdoel wat terug te zien is op het planning en evaluatieformulier (P&E formulier).
Wij hebben een aantal vaste momenten waarop we evalueren op school. In de onderbouw volgen we de groei van de kinderen met het observatiesysteem Digikeuzebord. In de midden- en bovenbouw gebeurt dit met de CITO-toetsen voor lezen, spelling, rekenen-wiskunde en begrijpend lezen. We volgen als school hoe de kinderen zich ontwikkelen in hoe ze omgaan met zichzelf en anderen en in hun veiligheidsbeleving via een sociogram, een veiligheidsmeter en Scol.
Elk jaar van maart tot mei, staan we stil bij de activiteiten die we hebben gedaan en evalueren we welke doelen behaald zijn. We leggen deze evaluatie altijd naast het begrotings- en formatie- (personeels)beleid (deels op kalenderjaar, deels op schooljaar).
Van mei tot juli worden na aanleiding van de evaluaties de activiteiten en de (verbeter)plannen voor het volgende schooljaar bepaald en meegenomen in de schoolgids en het jaarplan. Hierin spelen diverse overlegstructuren en manieren van vaststelling en verantwoording ieder hun eigen rol (werkgroepen – team – managementteam – ouders/kinderen – MR – bestuur – Inspectie).
Belangrijke graadmeters voor het bepalen, meten en verantwoorden van de kwaliteit op schoolniveau zijn :